Vrije dagen/verlofregeling voor leerlingen

Vakantieverlof moet minimaal 2 maanden van tevoren worden aangevraagd. Dit verlof wordt slechts verleend, als door de specifieke aard van het beroep van één van de ouders het slechts mogelijk is buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan en / of een werkgeversverklaring wordt overlegd, waaruit blijkt dat verlof binnen de vakantie niet mogelijk is.

Dit verlof mag:

Één maal per jaar worden verleend.
Niet langer dan 10 schooldagen per jaar duren.
Niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het schooljaar.

Is extra verlof nodig voor meer dan 10 schooldagen per schooljaar, dan dient minimaal één maand van te voren de directeur bij de ambtenaar leerplichtzaken een verzoek te worden ingediend.

Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van het gestelde in artikel 14, lid 1 van de leerplichtwet 1969 voor 10 schooldagen per schooljaar of minder dient binnen twee dagen vooraf na ontstaan van de verhindering aan de directeur te worden voorgelegd.

Voorwaarden

A. Voor het voldoen aan een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de lesuren kan.

B. Voor verhuizing: voor ten hoogste 1 dag.

C. Voor het bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de 3e graad voor 1 of ten hoogste 2 dagen, afhankelijk of dit huwelijk wordt gesloten in of buiten de woonplaats van belanghebbende.

D. Bij ernstige ziekte van ouders of bloed- of aanverwanten t/m de 3e graad, duur in overleg met de directeur.

E. Bij overlijden van bloed- of aanverwanten in de 1e graad voor ten hoogste 4 dagen; van bloed- en aanverwanten in de 2e graad voor ten hoogste 2 dagen; voor bloed- en aanverwanten in de 3e of 4e graad ten hoogste 1 dag.

F. Bij 25-, 40- en 50-jarig ambtsjubileum en het 12 ½ -, 25-, 40-, 50- en 60- jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders voor 1 dag.

G. Voor andere naar oordeel van de directeur belangrijke redenen, maar geen vakantieverlof.